Zeer geslaagde excursie kadeherstel Fochteloërveen !
Zaterdagochtend 28 september stond de excursie kadeherstel Fochteloërveen op het programma. We verzamelden aan de Drentse weg bij de opslag van zand en leem waar Martin Snip coördinator bij Natuurmonumenten ons al stond op te wachten. De enorme opslag vroeg om uitleg. Martin vertelde dat het zand elektrisch aangevoerd wordt door buizen wat verbonden is met de zandwinning van Oenema b.v. wat aan de weperpolder gevestigd is. Water met zand gaat via de buizen naar het zanddepot, daar wordt het opgespoten en het water wordt weer terug getransporteerd. Het leem wordt per as vervoerd dat wil zeggen met grote vrachtwagens. Het leem komt o.a. uit bouwprojecten zoals de wijk Kloosterveen.
De huidige kades zijn verouderd en hier en daar lek waardoor het water te snel wordt afgevoerd. Het Fochteloërveen bestaat uit allemaal compartimenten waardoor het water van de hogere delen langzaam via de lagere stukken het gebied kan verlaten. Open water is funest voor veenmos. Om veenmos te laten groeien heb je kleinere stukken water nodig waar weinig stroming is. Veenmos is dus gebaat bij een langzaam afwateringssysteem. In het verleden zijn meerdere toepassingen aangebracht, dit bleek minder lang mee te gaan dan verwacht. Er moest een oplossing komen. Deze oplossing werd het project kadeherstel Fochteloërveen.
Martin liet ons het project zien door middel van een kaart. Voor een kade van twee kilometer wordt er 66.000m3 veen ontgraven, 50.000m3 zand aangevoerd, 10.000m3 leem aangebracht. Van de 66.000m3 ontgraven veen wordt ongeveer 26.000m3 verwerkt op de kade en 40.000m3 wordt elders in het gebied verwerkt.
Tijd om de praktijk te bekijken. Toen we de kade opliepen hoorde je de verbazing van de deelnemers. Wat een uitzicht! We liepen op de centrale as van het Fochteloërveen! Vanuit deze kade worden alle andere kades voorzien van zand en leem. Een kade heeft aan beide zijden een leemlaag liggen van wel een meter dik! Om het project zo emissiearm te laten verlopen wordt er gewerkt met zoveel mogelijk elektrische machines. Er ligt al een fundering voor een elektrisch aangedreven transportband . De transportband kan 2 kilometer kade bedienen. Het project en de technieken zijn zo nieuw dat men uit verschillende delen van de wereld langskomen om het project te volgen. Na een kilometer sloegen we linksaf om over een aangelegde kade onze weg te vervolgen. Martin liet ons het veenmos zien waarvan er 22 soorten zijn. Aan de begroeiing kon je zien dat deze kade al even geleden klaar was. Aan de randen kwam de zonnedauw al op en de snavelnies had zijn plekje ook alweer ingenomen.
In de overgangszone van veen naar bos was de vegetatie al verder in ontwikkeling en op de plassen waren een grote groep smienten aan het dobberen. Toen werd het tijd voor de paraplu. Ineens kwam het water met bakken uit de lucht. Het Fochteloërveen moet het hebben van regen water want de veenmossen houden van zure omstandigheden, zou je water van elders aanvoeren om de waterstand op peil te houden zal het veenmos dood gaan omdat het gebiedsvreemd water te voedselrijk is waardoor er andere plantsoorten gaan groeien.
Na de bui moesten we nog 500 meter lopen om weer terug te zijn bij het zanddepot. Na de laatste vragen beantwoord te hebben gekregen was de excursie ten einde en konden de deelnemers naar de kachel om op te warmen.